21 mei 2023 - Boeren, dieren en de natuur staan in veel voorstellingen centraal, maar dankzij de fantasie en creativiteit van de makers wordt het geen klaagzang.
Op Hemelvaartsdag begon het Noord-Hollandse festival Karavaan en de eerste voorstelling was te zien op natuurbegraafplaats Geestmerloo bij Koedijk. Terwijl Jezus terugging naar het vaderlijk huis, werd in Herinner ons van theatergroep De Gouden Haas stilgestaan bij het uitsterven van allerlei diersoorten en uiteindelijk van de mensheid zelf. Geen vrolijk onderwerp, maar het werd een lichtvoetig theatraal essay over hoe het is gesteld met ons ecologisch systeem.
De mens die de aarde aan het vernietigen is – het is al geruime tijd hét onderwerp in het locatietheater. Op Karavaan gaan veel voorstellingen over boeren, dieren, klimaat en natuur, en dan vooral het vernietigen ervan. Mistroostig hoef je er niet van te worden, want de theatermakers blijken over voldoende fantasie en creativiteit te beschikken om er iets anders van te maken dan enkel een klaagzang. Wijzer word je er wel van, en soms ook deemoedig.
Zoals na afloop van Herinner ons, met als ondertitel ‘een oefening in afscheid nemen’. De voorstelling heeft de vorm van een rouwdienst voor het duingentiaanblauwtje, een vlindersoort die intussen is uitgestorven. Op een intiem speelveld waar het publiek omheen zit, ontrolt Herinner ons zich tot een associatieve voorstelling over de klimaatcrisis, maar dan toegespitst op verdwenen diersoorten en hoe wij ons daartoe verhouden. Zes performers gebruiken tekst, muziek, dans en rituelen om dit zware onderwerp zo transparant en nuchter mogelijk te presenteren. Ligt er iemand weleens wakker van de klimaatverandering, wordt aan het publiek gevraagd. En: heeft iemand wel eens een dier begraven? Ook vouwen we onze handen om met de ogen dicht afscheid te nemen van ons lievelingsdier.
Ongemakkelijk wordt het nooit, want de performers bevragen voortdurend ook elkaar over hoe erg het nou eigenlijk is dat we nooit meer een oeros kunnen zien, of juist dat we wél aan de rand van de afrond staan. Ecologische wetenswaardigheden worden afgewisseld met energiek spel en felle woordenwisselingen. De boodschap is alarmerend, de manier waarop die wordt gebracht is speels, betrokken, erudiet en zonder prekerigheid. En er is cake na.
Vegetarische knolselderijsoep vooraf is er op de biologisch-dynamische boerderij ‘Natuurlijk Genoegen’ in Driehuizen. Van de serene sfeer op de begraafplaats naar de realiteit van de koeienstal is een flinke stap. Daar wordt het fel realistische boerendrama Boer en ik gespeeld door theatergroep Pier 21. Acteur en van oorsprong boerenzoon Freark Smink (75) – hij speelde vooral bij het Friese gezelschap Tryater en in tv-series – schreef en speelt deze (bijna)monoloog over het wel en wee van het moderne boerenbestaan, laverend tussen hoe het vroeger was en het stikstofprobleem van nu. In het decor staan twee kalfjes schattig te wezen, een demente moeder (Klaasje Postma) zit achter het harmonium en drinkt een glas melk.
Smink verricht een ware krachttoer door anderhalf uur lang het publiek bij de les te houden. In flarden vertelt hij – deels puttend uit zijn eigen leven, deels fictief – over zijn boerenjeugd, zijn vader met harde handen, de dood van een jong broertje. Net als je denkt: ja hoor, daar gaan we weer, met de boer als slachtoffer, gaat het ineens over het verdwijnen van vogels en planten en een aanklacht tegen de intensieve varkens- en kippenindustrie. Goedkoper produceren, dierenwelzijn, milieu-eisen, en dan ook nog de zorg voor zijn demente moeder – alles haakt in elkaar in deze bezonken hartekreet van een eenzame boer, energiek gespeeld door Smink. Gelukkig zijn er ook een paar grappige momenten, zoals zijn kijk op mantelzorg: moeder vastbinden aan het harmonium. Het knappe van Boer en ik is de constante twijfel die erin doorklinkt: doe ik het wel goed, als boer, vader en zoon, of kan het beter?
Voor een wat vrolijker kijk op onze schepping kan het publiek terecht in de duinen bij Bergen waar Collectief Blauwdruk een bij vlagen hilarische satirische komedie speelt over de periode dat Adam en Eva nog ongerept rondliepen in het paradijs. In Paradijs aan het einde, heel lichtjes gebaseerd op Vondels Adam in ballingschap, bakkeleien de vier acteurs met hogeschoolkomediespel over de vraag wie als eerste een hap van de verboden appel kan nemen om vervolgens de aarde te gaan scheppen. De tekst is een heerlijke mix van oudmodisch Nederlands en Engelse krachttermen en slang, razendsnel gespeeld, waarbij de vier gekleed in wapperjassen en een groene onderbroek door de duinen dartelen. ‘Een clusterfucking oorsprongssprookje van bijbelse proporties’, zo noemt Collectief Blauwdruk de voorstelling zelf, en dat is het. Zo goed zelfs, dat het lastig was de duinpan te verlaten en terug te keren naar de echte wereld.