29-12-23 In hun tweede gezamenlijke voorstelling hebben de jonge makers Julie Boellaard en Sweder de Sitter de VanMoof-fiets gekozen als metafoor voor het leven zelf. MIMESIS is een van de drie voorstellingen die uit 50 inzendingen is geselecteerd voor een drieluik tijdens het Winterkaravaanfestival, dat dit jaar zijn achtste editie beleeft. Pas afgestudeerde theatermakers krijgen hier de mogelijkheid om een eigen productie te maken.
Het minifestival is dit keer neergestreken in Stompetoren, een lintdorp aan de Noordervaart onder de rook van Alkmaar. Het blijkt de ideale locatie voor MIMESIS. Want de twee schuren direct naast de stompe kerktoren van Stompetoren herbergen namelijk een unieke privécollectie van meer dan 20 oude voertuigen, oldtimers, bakfietsen, motoren en handfietsen. De werkplaats met stellages vol gereedschap, banden en een Chevrolet Corvette is het toneel. De VanMoof-fiets staat er opgesteld als een museumstuk op een platform dat omhoog en omlaag kan.
Tijdens een korte voice-over over een zaadje dat wordt geplant staan Boellaard en De Sitter na snelle verkleedpartijen steeds om beurten als een andere yup vol adoratie naast de populaire fiets die na een snelle groei een nog snellere verval kende. Net als in hun vorige voorstelling Illuminate Ilussion filosoferen de twee er flink op los. Documentair-filosofische voorstellingen noemen ze hun werk zelf. Het wijsgerige begrip mimesis, door Plato en Artistoteles beschreven als de perfectie en de imitatie van de natuur, staat deze keer centraal.
Hamvraag is wat de snelheid van de VanMoof ons brengt. Is het faillissement van deze e-bike uiteindelijk de metafoor voor het faillissement van onszelf? Want wat is belangrijker in het leven? Het doel of de weg naar dat doel toe? En als de fiets de weg naar ons doel korter maakt, wat voor consequenties heeft dat dan? Brengt meer efficiëntie ook meer geluk? En wat zegt het over ons dat wij hulpstukken nodig hebben om sneller te kunnen zijn dan dieren? Maken die ons meer of minder mens?
De VanMoof-fiets en de hype die deze creëerde is tevens een perfect voorbeeld van wat de Frans-Amerikaanse denker René Girard (1923 -2015) mimetische begeerte noemt. Daarbij verlangen we allemaal naar hetzelfde, we kopiëren elkaar als kuddedieren, zonder ons af te vragen of we daar gelukkig van worden. En uiteindelijk volgt dan onvermijdelijk crisis en verval. In dit geval willen we de snelheid van een e-bike, vol met techniek die we zelf niet meer begrijpen waardoor we uiteindelijk de grip op ons eigen leven kwijtraken. Want als de fiets hapert en de fabrikant failliet gaat zijn we verloren.
Indrukwekkend hoe deze twee jonge makers, die beiden in 2022 afstudeerden aan de acteursopleiding van de HKU, in zeer korte tijd en met beperkt budget deze goed doordachte voorstelling hebben gemaakt, die barst van de mooi gevonden doordenkers en metaforen. Zo is het fietspad ‘de boulevard van de samenleving’ waar iedereen elkaar treft en jongeren zich volwassen en ouderen zich jong voelen. En de iPhone is ‘de fiets van onze hersenen’. Tegenover de hulpmiddelen die ons leven beheersen en versnellen zetten ze trage bezigheden en gevoelens die het leven echt de moeite waard maken zoals verliefd worden of een boek lezen.
Het geoliede spel van de twee is zo sterk en natuurlijk dat deze filosofische les geen moment verveelt of pedant wordt. Dat komt mede door de slimme opbouw die de spanning erin houdt: de voice-over die vertelt hoe het zaadje uitgroeit tot plant die uiteindelijk verwelkt, de constante snelle verkleedpartijen, de choreografie op en rond de fiets en de vele verrassende elementen. Zo duikt Boellaard een keer met haar benen omhoog de Chevrolet Corvette in om er twee raketijsjes uit op te duikelen.
MIMESIS sluit naadloos aan bij het thema van deze Winterkaravaan: Uit de maat. De fiets wordt een metafoor voor de hele wereld waarin alles uit de pas loopt en we de regie zijn kwijtgeraakt. Een simpele reset is niet meer mogelijk. Zonder het zwaar te maken en expliciet te benoemen, weten Boellaard en De Sitter deze indringende boodschap over te brengen. Knap gedaan!
Bron: Theaterkrant