Boerentheater Waar bij de boerenprotesten boer en burger tegenover elkaar staan, wordt in het theaterstuk Iets met Boeren gezocht naar verbinding. ‘In de voorstelling laten we zien: we waarderen jullie.’
Bram Romme (22) is boer. Hij studeert nu nog veehouderij aan de HAS Green Academy (Hogere Agrarische School) in ’s Hertogenbosch, maar na zijn afstuderen gaat hij aan de slag in het familiebedrijf. Op TikTok maakt hij video’s waarmee hij het imago van de boer probeert op te krikken door uitleg te geven over de sector: „Het verhaal van de boerderij, uitgelegd door een boer”.
Romme’s kijk op de huidige stand van zaken in de landbouw vormde één van de uitgangspunten voor de nieuwste voorstelling in de serie Iets met Boeren. Na gesprekken met studenten van de HAS Green Academy maakten studenten van de Fontys Academie voor Theater in Tilburg een toneelstuk over de toekomst van het platteland en het onbegrip tussen boeren en niet-boeren, onder regie van Marleen Hendrickx van Bureau Pees.
Bureau Pees maakt sociaal-artistiek theater, de serie voorstellingen Iets met Boeren gaat over de uitdagingen in de landbouwsector. Het doel: het gesprek openen, verbinden. De versie met studenten is de zesde aflevering van de serie locatievoorstellingen over het platteland. Dit keer wordt het verhaal van de nieuwe lichting boeren vertolkt. Naar de voorstellingen komen vaak veel boeren kijken, die herkenning vinden in het toneelspel, zoals bij scènes aan de keukentafel.
De repetities voor het toneelstuk vinden deels plaats op het melkveebedrijf van Jack en Anita Swolfs, op een kwartier rijden van het centrum van Tilburg. Hun jongste zoon neemt het familiebedrijf later over. Anita is daar blij mee, maar een uitdaging is het ook, zegt ze.
Tijdens de lunch, tussen het repeteren door, steekt ze direct van wal. De beschuldigende vinger in de discussie rondom de stikstofproblematiek wordt te snel naar de boeren gewezen, vindt ze. Ze vindt het belangrijk om duurzaam te boeren en ze wil goed voor hun koeien zorgen. Daar is toch niks mis mee? Daarom is het belangrijk om het gesprek aan te gaan, aldus Swolfs.
In hun voorstellingen zoekt Bureau Pees naar mildheid, leggen de makers uit. Ze hopen dat van beide kanten – boer en burger – de stelligheid wat afneemt door het zien van de voorstelling. Hendrickx: „Als de boer zichzelf overschreeuwt, helpt dat niet bij het oplossen van het probleem.” In de voorstellingen gaat het daarom over de persoonlijke verhalen en over de liefde voor het vak. Om te laten zien: dit is óók het boerenverhaal, voorbij protesten en boosheid.
Producent van de voorstelling Peter Dictus benadert theater daarom heel praktisch: als toegepaste kunst en aanvullende bron van informatie. Dictus: „Net zoals muziek vaak een emotioneel appel doet op mensen, kan een simpele theaterscène dat ook doen. Zo kun je met een voorstelling heel effectief het gesprek op gang brengen. Dat heeft ook met de vorm van spelen te maken: we doorbreken bijna altijd de vierde wand die tussen publiek en podium staat door het publiek rechtstreeks aan te spreken, en de voorstellingen spelen bijna altijd op een relevante locatie.”
Zwamcijsje
Die locatie is volgende week een melkveebedrijf in het Noord-Hollandse Zuidschermer tijdens het Karavaan Festival, maar de acteurs repeteren wat dichter bij huis. De familie Swolfs opende hun deuren voor enkele repetities in boerderij-setting. Terwijl de voorstelling in stallen, op hekken en midden in het weiland gerepeteerd wordt, is Jack Swolfs onverstoorbaar in de weer met tractors en mesthopen, ook wanneer er tijdens een van de scènes harde beukmuziek op staat.
Tijdens de gesprekken met de HAS-studenten werd duidelijk dat de school eigenlijk een soort miniversie van de agrarische samenleving is, waar op kleine schaal de boerendiscussie speelt. De opleidingen zijn er ruwweg te verdelen in twee richtingen: de conventionele agrarische opleidingen aan de ene kant (veehouderij, tuin- en akkerbouw) en opleidingen als milieukunde, toegepaste biologie en management van de leefomgeving aan de andere.
Zo kon de introductie van het ‘zwamcijsje’ (een vegetarische saucijzenbroodje) in de schoolkantine rekenen op verontwaardigde reacties van de studenten uit boerengezinnen. Hendrickx en Dictus vertellen dat uit de interviews met studenten naar voren kwam dat er weinig contact is tussen studenten uit de verschillende richtingen.
„De nieuwe generatie voedselvoorzieners gaat weinig met elkaar in gesprek over hoe de toekomst van de sector eruit ziet,” concludeert Hendrickx. In de voorstelling komen beide kanten van het verhaal aan bod. Ze merkt dat er met name vanuit de boeren een grote behoefte is om hun verhaal te laten horen. Want dat er misvattingen over de sector bestaan, ligt misschien ook deels aan henzelf, denkt jonge boer Romme. „Wij boeren praten niet zoveel. We zoeken de media niet altijd op. Ik probeer onze kant van het verhaal te brengen, dan kunnen mensen er daarna zelf wat van vinden.”
In zijn vrije tijd gaat Romme zelden naar het theater („nog niet”), maar hij denkt dat het een goede manier kan zijn voor niet-boeren om zich in te leven in de boer. „Ik wil dat mensen zien dat het helemaal niet zo zwart-wit is. De boer is ook gewoon een mens die het goede probeert te doen.”