27-05-24 Het publiek ziet vanaf klapstoeltjes in een weiland hoe het bestaan van een jonge vrouw uiteenrafelt bij de aanblik van een gat.
Er is een gat verschenen, een groot glimmend gat, een gat waar een mens in zou passen, ergens in een weiland bij het gehucht Oterleek, 5 kilometer ten oosten van Alkmaar. Het is een zonnige lentedag. Een jonge vrouw (Jip Smit) fietst voorbij en ziet het gat. Ze stapt af en voelt zich op onverklaarbare wijze aangetrokken tot het gat en dan vooral het niets daarin. Het gat wordt een obsessie, eentje met grote gevolgen.
Dat gat is een bitterkomische voorstelling van Femke Arnouts, afgelopen week te zien op Karavaan Festival (en dit najaar nog in theaters). Arnouts is een van de jonge talenten op het festival. Ze toont hier een prettige theaterstijl, waarmee ze het absurde van een mensenleven blootlegt te midden van een nuchter en fysiek oer-Hollands landschap.
Publiek zit op klapstoeltjes in het weiland en ziet hoe het hele bestaan van de jonge vrouw uiteen begint te rafelen in het aanzien van dat gat. De overweldigende rust en niksigheid ervan zijn voor haar een oplossing voor de schreeuwerige en zinloze volheid van onze wereld. Haar vriendin (heerlijk nuchter gespeeld door Arnouts zelf) probeert haar toch te overtuigen van de zin van een absurd leven in die betekenisloze brij om ons heen. Want het alternatief, toegeven aan dat gat, betekent ook het einde.
Dit existentialistische vraagstuk wordt zonder opsmuk en liefdevol opgediend rondom het gat, dat van zonlicht reflecterend materiaal is gemaakt. De glans van een ogenschijnlijk beter bestaan in het ultieme niets straalt ons soms toe. Het knappe van Dat gat is dat het je de verleiding daarvan doet begrijpen.