19-05-2024 Vanuit de natuur bezien heeft de mensheid weinig moois te bieden. We dumpen overal plastic, vernielen regenwouden en laten auto’s en vliegtuigen meedogenloos hard ronken. Maar we bezitten één gave die zelfs sommige dieren lijken te waarderen: muziek maken. Wie een instrument bespeelt in het bijzijn van een vogel, loopt kans in een prachtig duet te belanden.
Sommige boeren zetten al muziek op tijdens het melken van hun koeien omdat die er rustig van worden, vertelt muzikant en theatermaker Flavia Faas. Ze staat bij aanvang van de voorstelling LOEI, onderdeel van Karavaan Festival, op wat hooibalen bij melkveehouderij Smit in Stompetoren. Maar Faas is niet geïnteresseerd in wat de productiviteit van een koe bevordert; zij wil weten welke muziek koeien mooi vinden, waar ze van genieten.
Terwijl achter ons een aantal koeien aan het grazen is, leest Faas ons voor uit haar logboek. Elke kudde is anders, maar de gitaar was vaak niet geliefd. Eén groep ging aan op saxofoons, een ander op drums. De voorstelling is een uitnodiging om aan haar onderzoek mee te doen; in een schrift mogen we zo dadelijk noteren wat we horen in de muziek en hoe de koeien volgens ons reageren.
Voor het zover is, leert Faas ons koeientaal en mogen we buiten ons mens-zijn treden. We loeien een loei die een terts stijgt, dat is ‘hallo’, en dan een loei die een kwart stijgt, wat ‘ik heb honger’ betekent. Zodra we die laatste hebben uitgesproken, reageren meerdere koeien vanuit de wei en de stallen – we blijken iets in ze los te maken. Niet dat we elkaar nu volkomen begrijpen, maar we hebben kennelijk de intentie de ander iets te willen zeggen.
Dan volgen we de koeienbel rinkelende Faas naar het veld, waar een piano staat opgesteld. Halverwege de route klinkt er van ergens rechts plots een loei, al blijkt het trombonespeler Joost Buis die dat geluid produceert. Een verrassende wending, die je doet beseffen dat instrumenten misschien weinig meer zijn dan de simulatie van natuurgeluiden. Een pastoraal tableau ontvouwt zich wanneer nog twee muzikanten (Marc Alberto op de basklarinet en Laura Nygren op de contrabas) zich aansluiten en ze allen bij de piano staan opgesteld met hun rieten hoeden en blauw-wit-gele pakken en jurken.
Ze beginnen met een monter stuk en de koeien komen direct aanlopen of zelfs -rennen. Het dartele plezier in hun passen en de nieuwsgierigheid in hun ogen is aanstekelijk; wij rekken onze nekken uit om ze te zien, vergeten de muzikanten. De koeien stelen duidelijk de show, de perfecte podiumbeesten die niets anders hoeven dan zichzelf zijn. Vooral de piano en de trompet lijken hen te bekoren, en bij dissonante tonen verplaatsen velen zich grazend naar achteren.
Tussendoor leert Faas ons meer over koeien: waar hun aandacht op gericht is zie je af aan de richting van hun oren en een zwiepende staart is vaak – net als bij honden – een goed teken. Zo is de voorstelling een ontroerende uitnodiging om koeien beter te begrijpen en buiten je menselijke kaders te treden.
De muziekstukken duren alleen wel kort. Vooral omdat we vlak daarvoor leerden dat koeien in vergelijking tot mensen langzaam zijn in hun communicatie; soms kan het wel twee minuten duren voordat een koe op een ander reageert. Is een nummer dat voor ons al snel voorbij is, dat dan niet ook voor hen? Het schrift dat we hebben meegekregen dwingt daarnaast tot analyse en het verwoorden van gedachten, terwijl het ook waardevol is simpelweg even te verdrinken in donkere koeienogen.
Toch overheerst het gevoel van verwondering, al kan ik zelf een immens verdriet niet onderdrukken. Want hoewel we aandachtig naar een dertigtal koeien kijken die gelukkig lijken, weet ik dat dit moment allerminst representatief is voor een koeienleven. Elk jaar worden miljoenen koeien zwanger gemaakt zodat ze melk kunnen geven die alleen wij mogen drinken, en vlak na de bevalling worden kalf en moeder (die wetenschappelijk bewezen diepe banden vormen) van elkaar gescheiden. Beiden worden vervolgens veel te jong geslacht. Tussen deze vrouwen op de wei kunnen er meerdere zitten die, ondanks dit moment van vreugde, hun kinderen missen.
Na afloop mogen we ervaringen uitwisselen met andere menselijke aanwezigen. Ik raak in gesprek met een man die uit de buurt komt en vaak koeien in de wei ziet staan en regelmatig ook op zijn bord treft. Hij heeft een vraag geformuleerd na het zien van het stuk: ‘Hoe kunnen we collectieve excuses maken naar koeien voor alles wat we ze hebben aangedaan?’ Een toespraak van de koning, stelt hij zelf voor, al zullen ze menselijke taal wel nooit helemaal begrijpen. Maar misschien, denk ik, als we ons best doen, zouden we het ze met muziek kunnen laten weten.